NTVO - 2013, nummer 1, february 2013
dr. H.J. Klümpen
Op 21 maart 2012 heeft dhr. dr. H.-J. Klümpen zijn proefschrift, getiteld ‘Geïndividualiseerde geneeskunde van gerichte kankerbehandeling’ verdedigd aan de Universiteit van Utrecht onder begeleiding van prof. dr. J.H.M. Schellens (promotor), afdeling Klinische Farmacologie, Nederlands Kanker Instituut-Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis te Amsterdam en Faculteit voor Farmaceutische Wetenschappen, Universiteit van Utrecht; prof. dr. D.J. Richel (promotor) en dr. A.M. Westermann (copromotor), afdeling Medische Oncologie, Academisch Medisch Centrum (AMC) te Amsterdam; en prof. dr. H. Gurney (copromotor), afdeling Medische Oncologie, Westmead Hospital, Universiteit van Sydney, Australië. Dr. H.-J. Klümpen is momenteel werkzaam als internistoncoloog in het AMC in Amsterdam. Hieronder zijn de belangrijkste bevindingen van zijn onderzoek weergegeven.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2013;10:42–4)
Lees verderNTVO - 2012, nummer 8, december 2012
dr. L.B.J. van Iersel
Op 13 december 2011 promoveerde mw. drs. L.B.J. Valkenburg-van Iersel aan de Universiteit Leiden op het proefschrift ‘Farmacologische en klinische aspecten van geïsoleerde leverperfusie van levermetastasen van solide tumoren’. Zij deed dit onder begeleiding van promotoren prof. dr. H. Gelderblom (Klinische Oncologie), prof. dr. J.W.R. Nortier (Klinische Oncologie), prof. dr. C.J.H. van de Velde (Chirurgische Oncologie) en copromoter dr. P.J.K. Kuppen (Chirurgische Oncologie). Geïsoleerde leverperfusie (‘isolated hepatic perfusion’; IHP) is een techniek waarbij de aan- en afvoerende vaten van de lever tijdelijk worden afgesloten, zodat een gesloten circuit ontstaat. De afscheiding van de lever van de algemene bloedbaan maakt het mogelijk om lokaal een hoge dosis chemotherapie toe te dienen. Aanvankelijk leek de leverperfusie een veelbelovende behandeling. De laatste jaren is echter veel vooruitgang geboekt op het gebied van de systemische chemotherapie van colorectale tumoren. In dat licht kan worden geconcludeerd dat gezien het ontbreken van overlevingswinst van IHP ten op zichte van de huidige chemotherapeutische behandeling het maar zeer de vraag is of er een toekomst is voor IHP bij de behandeling van colorectale tumoren. Mogelijk is er nog een rol voor IHP bij de behandeling van naar de lever gemetastaseerd oogmelanoom.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2012;9:372–4)
Lees verderNTVO - 2012, nummer 7, november 2012
No authors
Op 30 november 2011 promoveerde drs. B. Kreike aan de Universiteit van Amsterdam op het promotieonderzoek, getiteld ‘Gene expression profiling of breast cancer to identify subtypes and to predict local recurrence after breast conserving therapy’. Hij deed dit onderzoek onder de begeleiding van promotoren prof. dr. M.J. van de Vijver en prof. dr. H. Bartelink. Hieronder zijn de belangrijkste bevindingen van het onderzoek weergegeven.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2012;9:331–4)
Lees verderNTVO - 2012, nummer 6, september 2012
dr. I.M. Lips
Op 21 oktober 2011 promoveerde mw. drs. I.M. Lips aan de Universiteit Utrecht op het proefschrift ‘Uitwendige radiotherapie voor prostaatkanker: de mogelijkheden voor dosisescalatie’. Zij deed dit onder begeleiding van promotoren dhr. prof. dr. J.J.W. Lagendijk en dhr. prof. dr. M. van Vulpen, en copromotor dhr. dr. U.A. van der Heide. In dit proefschrift wordt onderzocht of het mogelijk en veilig is om de bestralingsdosis op de macroscopische tumor binnen de prostaat te verhogen. In een enkelblind, multicentrum, gerandomiseerd fase III-onderzoek (FLAME-trial: ‘Focal Lesion Ablative Microboost in prostatE cancer’) wordt onderzocht of het geven van een aanvullende ‘boost’ op de macroscopische tumor binnen de prostaat ook verbetering geeft van de biochemisch vrije overleving voor patiënten die met uitwendige radiotherapie worden behandeld voor prostaatkanker. Door de verbeterde radiotherapietechnieken, zoals positieverificatie op basis van markers en intensiteitgemoduleerde radiotherapie, is hierbij geen ernstige toxiciteit of verslechtering van de kwaliteit van leven te verwachten.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2012;9:286–8)
Lees verderNTVO - 2012, nummer 5, august 2012
No authors
Op 28 september 2011 promoveerde mw. C.M. Korse aan de Universiteit van Amsterdam op het proefschrift, getiteld ‘Clinical relevance of tumor markers and epidemiology in neuroendocrine tumors’. Het onderzoek werd verricht in het Nederlands Kanker Instituut-Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis onder begeleiding van promotor dhr. prof. dr. P. Baas, thorax-oncoloog, en copromotoren mw. dr. B.G. Taal, internist-oncoloog, en dhr. dr. J.M.G. Bonfrer, klinisch chemicus.
De belangrijkste bevindingen waren:
(NED TIJDSCHR ONCOL 2012;9:233–6)
Lees verderNTVO - 2012, nummer 4, june 2012
No authors
Cilindercellaesies (CCL’s) van de borst zijn mogelijke voorloperafwijkingen van borstkanker. Het zijn verwijde klierbuisjes van de borst die aan de binnenzijde worden bekleed door cilindrisch gevormde cellen (met of zonder atypie), vaak met secreet en/of microcalcificaties in de lumina. Op 31 januari 2012 promoveerde mw. drs. A.H.J. Verschuur-Maes aan de Universiteit Utrecht op het promotieonderzoek ‘Cilindercellaesies van de borst: klinische significantie en moleculaire achtergrond’. Zij deed dit onder begeleiding van promotor prof. dr. P.J. van Diest. Het doel van het onderzoek was om een beter begrip van CCL’s te krijgen en te komen tot goed onderbouwde adviezen voor de beste behandeling. Uit dit promotieonderzoek bleek dat CCL’s vaker worden gediagnosticeerd sinds de invoering van digitale mammografie vergeleken met analoge mammografie. Geadviseerd wordt om voor CCL’s met atypie gediagnosticeerd met een naaldbiopt een chirurgische resectie te verrichten vanwege de verhoogde kans op het vinden van borstkanker in de buurt van de CCL’s, en op de mogelijk verhoogde kans op progressie tot kanker vanuit CCL’s. Bovendien lijkt methylering een rol te hebben in het ontstaan van CCL’s naar analogie met de rol die methylering speelt bij borstkanker. In de mannelijke borst bleken CCL’s niet voor te komen.
CCL’s met atypie zijn daarom belangrijke voorlopers van borstkanker bij de vrouw en kunnen beter compleet worden verwijderd, maar lijken geen rol te spelen in de carcinogenese van de mannelijke borst.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2012;9:188–90)
Lees verderNTVO - 2012, nummer 3, may 2012
dr. I.J. Hoogsteen
Op 24 juni 2011 promoveerde mw. drs. I.J. Hoogsteen aan de Radboud Universiteit Nijmegen op het promotieonderzoek getiteld ‘Het tumormicromilieu bij hoofd-halscarcinomen. Een studie naar de voorspellende waarde van hypoxie-gerelateerde markerprofielen’ onder begeleiding van de promotores prof. dr. J.H.A.M. Kaanders, prof. dr. A.J. van der Kogel en prof. dr. H.A.M. Marres, allen verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hieronder staan de belangrijkste bevindingen van haar onderzoek weergegeven.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2012;9:149–51)
Lees verder