oncologische observatie

Slechtziendheid na profylactische schedelbestraling

NTVO - 2013, nummer 5, august 2013

drs. M. Marinkovic , drs. M. de Jong , drs. G. Dijkman

Samenvatting

Achtergrond: De laatste jaren wordt profylactische schedelbestraling toegepast bij patiënten met een kleincellig longcarcinoom om de kans op hersenmetastasen te reduceren en de overleving te verbeteren.

Casus: Bij een 65-jarige man met diabetes werd in 2011 een kleincellig longcarcinoom vastgesteld: ‘SCLC extensive disease’. Patiënt werd van maart tot juni 2011 palliatief behandeld met chemotherapie en kreeg in juli 2011 profylactische schedelirradiatie (5 x 4 Gray) waarna paclitaxel werd gestart. In mei 2012 bezocht patiënt de polikliniek Oogheelkunde met een sinds enkele weken bestaande en progressieve visusdaling. Een ernstige bestralingsretinopathie werd vastgesteld. Ondanks uitgebreide therapie daalde de visus naar 0,4 met het rechteroog en vingers tellen met het linkeroog. De retinopathie was opvallend ernstig voor de stralingsdosis die werd gegeven en ontstond erg snel na de bestraling.

Beschouwing: Bestralingsretinopathie kan ontstaan na lage bestralingsdosis, zeker in aanwezigheid van vaatschade. Systemische vaataandoeningen, waaronder ook diabetes valt, verhogen het risico op het ontwikkelen van retinopathie. Waarschijnlijk geldt dit ook voor chemotherapie.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2013;10:189–93)

Lees verder

Transanale endoscopische microchirurgie na behandeling met imatinib: case report van een patiënt met een rectale gastrointestinale stromale tumor

NTVO - 2013, nummer 4, june 2013

drs. R. Tielen , prof. dr. W.T.A. van der Graaf , prof. dr. J.H.W. de Wilt

Samenvatting

Gastro-intestinale stromale tumoren (GIST) van het rectum zijn een uitdaging voor de colorectale chirurg. In het geval van een lokaal uitgebreide GIST is veelal een uitgebreide of multiviscerale resectie nodig. Deze ingrepen gaan gepaard met aanzienlijke morbiditeit en mortaliteit. In dit artikel beschrijven we een gecombineerde behandeling van een lokaal uitgebreide GIST van het rectum. De patiënt werd voorafgaand aan de operatie behandeld met imatinib, waardoor een lokale excisie met de transanale endoscopische microchirurgie mogelijk was. Vierentwintig maanden na de ingreep is de patiënt in leven zonder tekenen van ziekte.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2013;10:147–51)

Lees verder

Chyleuze ascites na laparoscopische totale mesorectale excisie en chemoradiatie

NTVO - 2013, nummer 3, may 2013

drs. L.C.R. Hensen , dr. W.E. Hueting

Samenvatting

Chyleuze ascites heeft verscheidene oorzaken, waaronder chirurgie. Het presenteert zich vaak als pijnloze abdominale distensie en er is nog geen definitief behandelingsalgoritme ontwikkeld. Dit is het eerste artikel dat chyleuze ascites na neoadjuvante chemoradiatie en laparoscopische totale mesorectale excisie beschrijft.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2013;10:105–8)

Lees verder

Ischemische colitis bij op taxanen gebaseerde chemotherapie

NTVO - 2013, nummer 2, march 2013

dr. F.L.G. Erdkamp , dr. S.H. Sastrowijoto , drs. F.P.J. Peters

Samenvatting

Adjuvante chemotherapie met op taxanen gebaseerde chemotherapie resulteert in een betere (ziektevrije) overleving voor patiënten met een vroeg stadium mammacarcinoom. Er zijn echter ook bijwerkingen. In dit artikel wordt een relatief zeldzame complicatie van op taxanen gebaseerde chemotherapie beschreven, namelijk taxanengeïnduceerde colitis. De casus betreft een 48-jarige vrouw met een T2N0M0 hormoonpositief mammacarcinoom, waarvoor adjuvant TAC-kuren zijn gegeven. Zij presenteert zich 7 dagen na de eerste chemotherapiecyclus met diarree en buikpijn. Er was sprake van neutropene koorts en een verhoogd C-reactief proteïne. Patiënte werd opgenomen met breedspectrumantibiotica. Na een paar uur verslechtert zij met tekenen van een septische shock. Een computertomografie van de buik laat een beeld van perforatie zien. Bij laparotomie wordt necrose en ischemie gezien, waarvoor resectie met eindstandig ileostoma. Bloedkweken toonden een Clostridium septicum. Clostridium difficile-toxines waren negatief. Na 44 dagen werd de patiënt ontslagen uit de intensivecare-unit.

Ischemische colitis bij patiënten behandeld met op taxanen gebaseerde chemotherapie is recentelijk gedefinieerd als een klinische entiteit. Er wordt gedacht dat de antimitotische, anti-angiogenetische en apoptotische effecten van de taxanen de oorzaak zijn van de darmschade. De diagnose is gebaseerd op een symptomencomplex van acute abdominale pijn met of zonder neutropenie en koorts. Kenmerkend is het begin van de symptomen vroeg in de behandeling 6 tot 7 dagen na aanvang van de therapie. In het geval van verdenking van een taxaangeïnduceerde colitis moet worden gestart met breedspectrumantibiotica, agressieve vloeistofresuscitatie en in sommige gevallen chirurgische interventie. Coloscopie is in dergelijke gevallen gecontra-indiceerd vanwege de kans op perforatie.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2013;10:61–5)

Lees verder

Insuffiëntiefracturen van het bekken na radiotherapie

NTVO - 2013, nummer 1, february 2013

dr. G. van Tienhoven , drs. H. van der Woude , dr. P. Kloen , prof. dr. L.J.A. Stalpers

Samenvatting

Achtergrond: Een correcte diagnose van insufficiëntiefracturen van het bekken bij oncologische patiënten na radiotherapiebehandeling is belangrijk, vooral ter onderscheid van een botmetastase. Postmenopauzale osteoporose, corticosteroïdengebruik en lokale bestraling zijn voorbeschikkende factoren.

Casus: Een 66-jarige vrouw met een endometriumcarcinoom werd in 2006 geopereerd en postoperatief bestraald op het kleine bekken. Patiënte ontwikkelde 5 jaar na de bestraling pijn ter hoogte van de rug en de rechterheup. Bij röntgenonderzoek werden meerdere fracturen opgemerkt ter hoogte van het sacrum. Er waren geen argumenten voor een oncologisch recidief. Bij patiënte was sprake van insufficiëntiefracturen postradiotherapie van het bekken welke operatief werden gestabiliseerd.

Conclusie: Insufficiëntiefracturen van het bekken komen na radiotherapie voor. Een incorrecte diagnose kan tot complicaties en onjuiste behandeling leiden. Meestal volstaat een conservatief beleid en pijnstilling. Operatief fixeren dient alleen te worden overwogen bij instabiele fracturen die niet reageren op conservatieve therapie.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2013;10:20–4)

Lees verder

Multipele leverabcessen bij een rectumcarcinoom

NTVO - 2012, nummer 8, december 2012

dr. J. Hagendoorn , dr. H. Boot , J.A.C. Brakenhoff , prof. dr. T.J.M. Ruers

Samenvatting

Achtergrond: Fusobacterium-speciesinfecties kunnen leverabcessen veroorzaken die radiografisch lijken op levermetastasen. Tegelijkertijd zijn Fusobacteria geassocieerd met colorectaal carcinoom, maar is een causale relatie ten aanzien van de pathogenese nog onduidelijk.

Casus: Een 69-jarige vrouw, met in de recente voorgeschiedenis rectaal bloedverlies, meldde zich op de afdeling Spoedeisende Hulp van haar ziekenhuis met sinds een week bestaande klachten van loopneus, koorts, malaise, braken en diarree. Aanvullende echografie en CT-scan lieten multipele leverafwijkingen zien, terwijl een bloedkweek positief was voor Fusobacterium. Zij herstelde goed na antibiotische therapie, waarbij de leverafwijkingen op CT verdwenen. Vanwege aanhoudend rectaal bloedverlies werd een coloscopie verricht, die een laag gelegen rectumcarcinoom liet zien. Zij onderging vervolgens neoadjuvante chemoradiatie gevolgd door een abdominoperineale resectie.

Conclusie: Bij een Fusobacterium-infectie die gepaard gaat met klachten van rectaal bloedverlies moet worden gedacht aan een colorectaal carcinoom.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2012;9:358–61)

Lees verder

Een hypofarynxcarcinoom na bestraling voor tuberculose

NTVO - 2012, nummer 7, november 2012

dr. L. van der Putten , drs. M.R. Vergeer , prof. dr. R. de Bree

Samenvatting

Achtergrond: Naast alcohol en nicotine kan radiotherapie een oorzaak zijn voor het ontstaan van een hypofarynxcarcinoom.

Casus: Een 81-jarige vrouw bezocht onze polikliniek in verband met progressieve slikklachten. Op 6-jarige leeftijd was zij links in de hals bestraald in verband met tuberculose. Zij had nooit gerookt en gebruikte incidenteel alcohol. Een hypofarynxcarcinoom aan de linkerzijde werd gediagnosticeerd. De behandeling bestond uit radiotherapie op de primaire tumor en de lymfeklieren in de hals. Twaalf maanden na behandeling zijn er geen aanwijzingen voor recidief tumor. Zij heeft nog ernstige slikklachten.

Beschouwing: Radiotherapiegeïnduceerde hypofarynxcarcinomen zijn zeldzaam en treden op na een lange latentieperiode.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2012;9:307–10)

Lees verder