Borstkanker

Ziektebeeld

Wat is borstkanker?

Borstkanker is een kwaadaardige tumor die in de borst ontstaat. Tijdens het delen van cellen wordt het DNA van de cel gekopieerd en hier kan soms wat fout gaan. Deze cellen worden normaal gesproken opgeruimd door het lichaam, maar soms verloopt dit proces niet goed en kunnen ze blijven groeien totdat er een tumor ontstaat.

Borstkanker kan op allerlei verschillende plekken in de borst ontstaan en is ook wel bekend onder de term mammacarcinoom. Hoewel borstkanker veel meer bij vrouwen voorkomt, kan borstkanker ook voorkomen bij mannen.

Bij Nederlandse vrouwen is borstkanker de meest voorkomende vorm van kanker. Ongeveer 1 op de 7 Nederlandse vrouwen krijgt in haar leven de diagnose borstkanker: in 2017 waren dit ruim 17.000 gevallen. De leeftijd van deze vrouwen op het moment van diagnose ligt meestal tussen de 50 en 70. Ondanks verbeteringen in de zorg en nieuwe medicatie, overlijden er jaarlijks nog meer dan 3.000 patiënten aan de gevolgen van borstkanker.

Omdat borstkanker een van de meest voorkomende kankersoorten is en goed te behandelen is als de ziekte tijdig wordt ontdekt, is er in Nederland een landelijk bevolkingsonderzoek. Elke vrouw tussen de 50 en 75 wordt eens per twee jaar uitgenodigd voor een mammografie, een röntgenfoto van de borsten. Van iedere 1000 vrouwen die meedoen aan het onderzoek, worden er ongeveer 25 doorverwezen voor verder onderzoek. Van deze vrouwen blijken dan ongeveer 7 vrouwen daadwerkelijk borstkanker te hebben.

Ongeveer 20 tot 25 procent van de vrouwen met mammacarcinoom krijgt te maken met uitzaaiingen. Bij maar 5 procent van de patiënten worden deze uitzaaiingen bij de eerste diagnose vastgesteld. Soms ontstaan uitzaaiingen pas veel later, bijvoorbeeld jaren nadat de eerste tumor behandeld is. In sommige gevallen is genezing na uitzaaiingen niet meer mogelijk. Wel zijn er palliatieve behandelingen die het leven aangenamer maken en die de tumorgroei remmen, zodat het leven met enkele maanden of jaren verlengd kan worden.

Er zijn verschillende vormen van borstkanker. Het type is afhankelijk van waar de tumor is ontstaan, of de kanker doorgroeit en welke behandeling er mogelijk is. De meest voorkomende vormen van borstkanker zijn:

  • Ductaal carcinoma in situ (DCIS): dit type kanker ontstaat in de melkbuisjes van de borst. De tumor groeit niet door de wanden van de melkgangen en zaait daarom ook niet uit. Ongeveer 15 procent van de gevallen van borstkanker betreft een DCIS-tumor.
  • Invasief ductaal carcinoom: dit is de meest voorkomende vorm van borstkanker en kan ontstaan uit een DCIS-tumor. Dit type kan uitzaaien en doorgroeien naar omliggende weefsels.
  • Lobular carcinoma in situ (LCIS): deze tumor ontstaat in de melkklier van de borst en groeit niet door naar omliggende weefsels. Meestal geven deze tumoren ook geen klachten en worden ze bij toeval ontdekt.
  • Invasief lobulair carcinoom: dit type kan ontstaan uit een LCIS. Ze ontstaan ook in een melklier en kunnen doorgroeien en uitzaaien naar andere weefsels. In ongeveer 10 procent van de gevallen is er sprake van een invasief lobular carcinoom.
  • Hormoongevoelige borstkanker: er is sprake van een hormoongevoelige tumor wanneer de tumor groeit onder invloed van de hormonen oestrogeen of progesteron. Dit type tumoren zaait minder snel uit dan de bovengenoemde tumoren en daarom hebben vrouwen met dit type kanker een redelijk goede prognose. Ongeveer driekwart van de vrouwen met borstkanker heeft een hormoongevoelige tumor.
  • HER2 – positieve borstkanker: dit type tumor bevat veel HER2 – Humane Epidermale groeifactor - en dit beïnvloedt de deling van de borstcellen. Het leidt ertoe dat de cellen veel sneller delen dan normaal en er een tumor ontstaat. Ongeveer 10 procent van de vrouwen heeft dit type borstkanker.
  • Triple negatieve borstkanker (TN): dit betekent dat de tumor niet gevoelig is voor progesteron of oestrogeen, en dat het ook niet veel HER2 bevat. Dit is een agressieve vorm van kanker en komt met name voor bij jongere vrouwen die nog vruchtbaar zijn. TN-borstkanker komt bij 15 procent van de patiënten voor en is erg lastig te behandelen.

Minder voorkomende soorten borstkanker zijn:

  • Inflammatoir carcinoom: dit is een agressieve vorm waarbij de kankercellen zorgen voor een blokkade van de lymfevaten in de huid. Hierdoor ontsteken deze vaten en wordt het borstweefsel hard. Dit wordt ook wel mastitis carcinomatosa genoemd en komt ongeveer bij 1 procent van de vrouwen met borstkanker voor.
  • Ziekte van Paget: bij dit type kanker concentreren de kankercellen zich in de bovenste laag van de huid, voornamelijk rondom de tepel. Deze aandoening komt met name voor bij vrouwen tussen de 50 en 60 jaar oud. Ongeveer 3 procent van de patiënten heeft deze vorm van borstkanker.
  • Medullair carcinoom: vrouwen met dit type kanker ontdekken het meestal door een knobbeltje in de borst. Het is dan ook een vorm van invasief ductaal carcinoom. De tumoren kunnen redelijk groot worden, maar de prognose is meestal goed. Minder dan 2 procent van de borstkanker patiënten heeft deze vorm van kanker.
  • Tubulair carcinoom: ongeveer 1 procent van de vrouwen heeft dit type van invasief ducataal carcinoom. Er ontstaan in de borst heel veel kleine kliertjes en buisjes die lijken op normale melkklieren en buisjes. De meeste tumoren van dit type zijn klein, zaaien meestal niet uit en hebben een goede prognose.
  • Phyllodes tumor: dit type tumor ontstaat in het bindweefsel of in de melkklieren en veroorzaakt meestal een zweer of open wond op de borst. Ongeveer 20 procent van dit type tumoren is kwaadaardig en ongeveer 1 procent van de patiënten krijgt dit type kanker. De prognose van een phyllodes tumor is goed: 5 jaar na de diagnose zijn bijna alle vrouwen nog in leven.

Mannen

Hoewel borstkanker minder vaak voorkomt bij mannen, kunnen zij ook borstkanker krijgen. Ook dan spreken we van mammacarcinoom. Jaarlijks krijgen ongeveer 125 mannen de diagnose borstkanker. De meeste mannen die de diagnose krijgen, zijn tussen de 60 en 80 jaar oud.

Bij mannen is een tijdige diagnose net zo belangrijk als bij vrouwen. Omdat mannen relatief weinig borstweefsel hebben, is de kans op verspreiding van de kanker redelijk groot.

Hoewel er veel overeenkomsten zijn tussen borstkanker bij mannen en vrouwen, zijn er enkele verschillen:

  • Mannen hebben de ziekte vaak ontwikkeld door een verandering in de genen dan vrouwen. Het gaat dan met name om de genen BRCA1 of BRCA2. Tevens lopen mannen met hoge oestrogeenwaarden een grotere kans op borstkanker.
  • Doordat mannen veel minder borstweefsel hebben dan vrouwen, is een borstsparende operatie bijna nooit mogelijk.
  • De kanker wordt bij mannen meestal later ontdekt dan bij vrouwen. Hierdoor wordt de tumor vaker in een later stadium gevonden en is de prognose slechter dan bij vrouwen.

Ongeveer 95 procent van de mannen met borstkanker heeft een ductaal invasief carcinoom. Hierbij groeien de cellen van de tumor door in omliggende weefsels. Bij de overige mannen wordt meestal een ductaal carcinoom in situ vastgesteld.

Aangezien de ontwikkeling van de kanker hetzelfde is als bij vrouwen, is de diagnose en behandeling ongeveer gelijk aan die van vrouwen. Bij mannen kan er voor de diagnose gekozen worden voor een echografie, mammografie of punctie. Ook wordt er meestal een genetisch onderzoek gedaan om de kans op een BRCA1/2 mutatie vast te stellen.

De behandeling van mannen met borstkanker is gelijk aan die van vrouwen.

Symptomen

Borstkanker is een van de typen kanker waar de patiënt door regelmatig de borsten zelf te voelen, er op tijd achter kan komen of er iets vreemds is aan de borst. Deze verandering of afwijking op de borst hoeft natuurlijk niet meteen op kanker te duiden, maar is wel een reden om even langs een huisarts te gaan om het te controleren.

Vrouwen met borstkanker kunnen last hebben van de onderstaande symptomen:

  • Een knobbeltje of een plek die anders aanvoelt dan normaal: meestal voelen deze gebieden harder aan dan de rest van de borst. Ze kunnen voelen als een harde knikker, verdikte schijf of staafje.
  • Een ingetrokken tepel, afscheiding uit de tepel, pijn in de tepel of andere veranderingen van de tepel of tepelhof.
  • Diverse veranderingen aan de huid van de borst, zoals deukjes, wondjes of putjes.
  • Een borst die rood is en warm aan kan voelen
  • Zwellingen in de oksel
  • Plotselinge veranderingen in vorm en grootte van de borst

Oorzaak

Bij de meeste patiënten is de oorzaak van borstkanker onbekend. Daarom wordt er meer gesproken over risicofactoren die het risico op kanker vergroten.

Bij een aantal patiënten is gebleken dat een erfelijke aanleg een rol speelt bij het ontstaan van borstkanker. Onderzoek heeft uitgewezen dat 5 tot 10 procent van de vrouwen erfelijke aanleg een rol speelt. Van meerdere genen is bekend dat ze een grote invloed hebben op de ontwikkeling van een borsttumor. De bekendste hiervan zijn BRCA 1 en BRCA 2. Een verandering in deze genen kan ervoor zorgen dat vrouwen op een jongere leeftijd in beide borsten een verhoogde kans op kanker hebben.

Naast erfelijkheid, geven de onderstaande factoren ook een verhoogde kans op de ontwikkeling van borstkanker:

  • Eerdere diagnose van borstkanker
  • Een eerste menstruatie op jonge leeftijd, met name in combinatie met een overgang op latere leeftijd
  • Geen of weinig zwangerschappen
  • Een kind krijgen na het 35ste levensjaar
  • Het niet geven of kort geven van borstvoeding
  • Gebruik van de anticonceptiepil
  • Overgewicht
  • Gebruik van hormoonpreparaten
  • DES-moeder zijn en tussen de 45 en 65 jaar oud
  • Het hebben van meer melkklieren en minder vetweefsel dan normaal
  • Eerdere goedaardige gezwellen in de borst

Diagnose

Mocht de huisarts na lichamelijk onderzoek vermoeden dat de patiënt borstkanker heeft, verwijst hij haar direct door naar een mammapoli. Dit zijn speciale afdelingen in een ziekenhuis waar ze zijn gespecialiseerd in de diagnose en behandeling van borstkanker. Op deze afdelingen werken verschillende specialismen nauw samen waardoor de onderzoeken snel kunnen worden uitgevoerd en de resultaten meestal binnen een dag bekend zijn.

Huisartsen kunnen een vrouw doorsturen naar zo’n poli als er sprake is van een van de onderstaande symptomen:

  • Aanwijzingen voor kwaadaardige gezwellen
  • Verdachte afwijkingen op het mammogram
  • Lokale afwijking of door patiënt gevoeld knobbeltje: deze klachten duren dan langer dan 3 maanden
  • Lokale pijn of gevoeligheid aan een borst
  • Bruin of bloederig tepelvocht

De specialisten kunnen de onderstaande onderzoeken verrichten bij een patiënt om de diagnose mammacarcinoom vast te stellen:

  • Lichamelijk onderzoek
  • Mammografie
  • Echografie van de borst
  • MRI
  • Punctie
  • Biopsie

Wanneer blijkt dat er sprake is van een kwaadaardige tumor, zijn er vervolgonderzoeken nodig om te bepalen om wat voor type tumor het gaat. Tijdens deze onderzoeken bepalen artsen bijvoorbeeld de grootte van de tumor en of er uitzaaiingen zijn in de lymfeklieren. Ook wordt bepaald of de tumor hormoongevoelig is. De specialisten maken daarvoor gebruik van de onderstaande mogelijkheden:

  • Beeldvormend onderzoek zoals een longfoto, MRI of PET-scan.
  • Lymfeklieronderzoek: door middel van een echografie en mogelijk een punctie wordt bepaald of de kanker is uitgezaaid naar de rest van het lichaam. Het kan zijn dat de artsen extra onderzoek nodig vinden om er zeker van te zijn dat er geen sprake is van uitzaaiingen. Dit wordt de schildwachtklierprocedure genoemd. Zij gaan dan op zoek naar de dichtstbijzijnde lymfevaten waar de tumor naar kan zijn uitgezaaid. Dit wordt gedaan door middel van een radioactieve vloeistof en inkt die ervoor zorgen dat de lymfeklieren goed zichtbaar worden. Deze procedures worden meestal uitgevoerd onder lokale verdoving of narcose. De patholoog zal dan deze klieren onderzoeken op de aanwezigheid van kankercellen.

Ook kan er een genprofielentest worden gedaan. Deze test geeft van 70 genen aan of ze tot uiting komen in de tumor. Met de uitslag kunnen de specialisten een betere voorspelling doen over de kans op uitzaaiingen.

Naar aanleiding van deze onderzoeken wordt de tumor in een bepaald stadium onderverdeeld. Dit stadium is belangrijk voor het schatten van de prognose en de behandeling.

  • Stadium I: de tumor is kleiner dan 2 centimeter in doorsnee en er zijn geen uitzaaiingen gevonden in de lymfeklieren in de oksel.
  • Stadium II: de tumor is 2 tot 5 centimeter groot en er bevinden zich mogelijk uitzaaiingen naar de oksel. Dit worden ook wel regionale uitzaaiingen genoemd. Er zijn geen uitzaaiingen in de rest van het lichaam.
  • Stadium III: de tumor valt in dit stadium als die groter dan 5 centimeter is, met mogelijke uitzaaiingen naar de lymfeklieren, of als de tumor door de huid naar buiten komt. Ook valt die in dit stadium als de tumor vastzit aan de borstwand. Bij dit stadium is de kans op uitzaaiingen elders in het lichaam groot.
  • Stadium IV: de kanker is uitgezaaid naar de rest van het lichaam. De grootte van de tumor is niet meer stadiumbepalend. Uitzaaiingen van borstkanker zijn vooral te vinden in de longen, lever, botten, hersenen of verder gelegen lymfeklieren.

Ook de differentiatiegraad van de tumor is van belang voor de behandeling en prognose. Deze kan worden bepaald door middel van een biopt van de tumor. Een biopt is een stukje weefsel wat na diverse technieken onder de microscoop kan worden onderzocht. De differentiatiegraad zegt iets over de mate waarin de kankercellen nog op normale cellen lijken.

Behandeling

Omdat er verschillende soorten borstkanker zijn, zijn verschillende behandelingen en combinaties ervan mogelijk. De meest voorkomende behandelingen bij patiënten met een mammacarcinoom zijn:

  • Operatie
  • Bestraling
  • Chemotherapie
  • Hormonale therapie
  • Doelgerichte therapie – immunotherapie

Bij de keuze van de behandeling zijn een aantal zaken belangrijk. De eigenschappen van de patiënt en de tumor kunnen namelijk een effect hebben op het succes van de behandeling. Voorbeelden hiervan zijn de leeftijd, het feit of de patiënt al in de overgang is geweest en de voorkeur voor borstsparende operatie of een borstamputatie. Sommige eigenschappen van de tumor die van belang zijn voor het succes van de behandeling zijn onder andere de grootte, type, erfelijke status en HER2 status.

De uitslag van de eerdergenoemde schildwachtklierprocedure is ook van belang voor het opzetten van een behandeling. In ongeveer 25 procent van de gevallen van borstkanker blijkt de patiënt namelijk uitzaaiingen te hebben. Mocht uit dit onderzoek blijken dat er uitzaaiingen zijn gevonden, dan worden er vaak extra behandelingen aangeraden om deze te verwijderen. Een chirurg zal bijvoorbeeld operatief de aangetaste lymfeklieren verwijderen. Dit wordt ook wel een okselkliertoilet genoemd. Er kan ook worden gekozen voor radiotherapie die specifiek gericht is op de oksel.

Bij een DCIS en LCIS wordt er een behandelplan in overleg met de patiënt opgesteld. Er wordt geadviseerd om deze afwijkingen operatief te verwijderen. Wanneer dit niet mogelijk is, kan er radiotherapie of hormonale therapie worden overwogen.

Wanneer er sprake is van uitzaaiingen op afstand, wordt er meestal overgegaan op een palliatieve behandeling. Dit houdt is dat de ziekte niet meer te genezen is, maar de behandeling is gericht op het verminderen van de klachten en het verlengen van het leven. Hier kan worden gekozen voor chemotherapie, hormonale therapie, doelgerichte therapie, chirurgie of radiotherapie.

Aanvullende info

Patiëntenvereniging

Ziektebeeld

Symptomen

Oorzaak

Diagnose

Behandeling

Patiëntenvereniging

Links